Job 14

This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse Job 13:28.
1
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses Job 13:27-28.
U sluit mij op, U gaat al mijn gangen na en beperkt mij in mijn bewegingsvrijheid. En dat bij iemand die toch al vanbinnen rot is en vergaat als een door motten aangevreten mantel.’
2

Jobs gedachten over de mens

3‘Wat is een mens toch kwetsbaar! Zijn leven is maar kort en onrustig.
4Net als een bloem bloeit hij maar een korte tijd om dan te verdorren, hij verdwijnt snel als de schaduw van een voorbijglijdende wolk.
5Moet U op die kwetsbare mens uw blik richten en hem ter verantwoording roepen?
6Hoe kunt U reinheid verwachten van iemand die uit onreinheid is geboren? Dat kan toch niet!
7U hebt de mens slechts een vastgestelde tijd van leven gegeven, het aantal maanden van zijn leven staat al van tevoren vast. Hij mag ook niet iets langer leven.
8Maar waarom geeft U hem dan niet een beetje rust? Wend uw blik af en geef hem toch een beetje voldoening, net als een gehuurde arbeider.
9Want voor een boom is er nog hoop. Als hij wordt omgehakt, ontstaan er wel weer nieuwe spruiten die uitgroeien tot takken.
10
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse Job 14:9.
11
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses Job 14:8-9.
Hoewel zijn wortels in de grond oud zijn en zijn stam langzaam afsterft, groeit en bloeit hij weer als een jonge boom zodra er water bijkomt.
12Maar wanneer de mens sterft, ligt hij neer, hij blaast de adem uit en is er niet meer.
13
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse Job 14:12.
14
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses Job 14:11-12.
Zoals het water uit de zee verdampt en een rivier smaller wordt en opdroogt, zo legt een mens zich voor het laatst neer om daarna niet meer op te staan. Tot op het moment dat de hemelen niet meer bestaan, zal hij niet wakker worden of in zijn slaap worden gestoord.
15Och, verborg U mij maar tussen de doden en vergat U mij maar tot uw toorn was bedaard. Liet U mij maar links liggen om pas na enige tijd weer aan mij te denken.
16Als een mens sterft, zal hij dan weer herleven? Die gedachte zou mij hoop kunnen geven tijdens mijn harde bestaan, dan zou ik uitzicht hebben op verlossing.
17Dan zou U mij roepen en ik zou komen, U zou het zelfs fijn vinden met uw schepsel te spreken.
18U zou letten op elke stap die ik zet, maar niet al mijn fouten tellen,
19U zou ze allemaal wegstoppen in een zak en uitwissen.
20
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse Job 14:19.
21
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses Job 14:18-19.
Bergen slijten weg en vergruizen. Het water slijpt de stenen af tot zand. Stortregens spoelen de grond weg. Zo spoelt U ook alle hoop van de mens weg.
22
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse Job 14:21.
Copyright information for NldHTB